Macht
Een verblijf van
10 dagen vind ik eigenlijk te kort om over te bloggen (ik ben hier voor een
conferentie), maar ik heb de afgelopen dagen zoveel nieuwe ervaringen ondergaan
– als zelfverklaard ervaren reiziger – dat ik het toch graag wil delen. Dat delen
heb ik de afgelopen dagen in overvloed gedaan – met collega’s en vrienden (het
is verbazingwekkend hoeveel mensen ik blijk te kennen in een stad waar ik nog
nooit geweest ben…). En dat geeft me het gevoel dat het blogmateriaal is:
nieuw, anders, voer voor ontdekkingen – jahoor het koloniaaltje komt weer
bovendrijven. Onherroepelijk.
Ik ken Los Angeles,
San Francisco en New Orleans – allemaal heel eigen. Maar New York raakt me
fysieker. Overweldigt me. Ik houd er doorgaans (niet altijd) wel van om
overweldigd te worden en ook bij deze overweldiging voel ik een vreemde mengeling
van een verlangen me er aan over te geven en een dissociatie – hoor ik hier wel
bij? Wil ik hier wel bij horen? En moet ik kiezen tussen het verlangen en de
weerstand?
New Yorkers
vertellen me dat ze de stad zien veranderen door de grote aantallen mensen van
over de gehele wereld die hier komen omdat de stad voor hen een belofte in zich
draagt: dat hier en nergens anders de mogelijkheden zijn om je te ontplooien; dat
als je het hier maakt, je het overal maakt. Dat zorgt voor een constante
atmosfeer van anxiety, die (geboren) New Yorkers zelf niet kennen. Alles
en iedereen komt immers altijd naar hen toe…
Die onvertaalbare anxiety uit zich volgens velen in een continu gevoelde noodzaak om mee te doen, erbij te zijn, er bovenop te zitten, op te vallen, te initiëren (of met een ander anglicisme: "momentum te creëren"). Ik ben erg gevoelig voor die drang - misschien voel ik me daardoor geïntimideerd door deze stad. Ze trekt aan me en slokt me op.
Die onvertaalbare anxiety uit zich volgens velen in een continu gevoelde noodzaak om mee te doen, erbij te zijn, er bovenop te zitten, op te vallen, te initiëren (of met een ander anglicisme: "momentum te creëren"). Ik ben erg gevoelig voor die drang - misschien voel ik me daardoor geïntimideerd door deze stad. Ze trekt aan me en slokt me op.
De fysieke
overweldiging van die middelpuntzoekende kracht – zowel het zelfvertrouwen met
bijbehorende belofte, als de hoop en anxiety – is wat mij betreft het best
voelbaar in de architectuur. Bevoorrecht als ik ben met mijn lengte en
verschijning ben ik niet gewend om omhoog te kijken, maar hier blijf ik maar naar
boven staren. Naar die duizelingwekkend hoge wolkenkrabbers en torenflats, de
art-deco-versierselen, de verblindende spiegeling van de wanden, het ritme in
de patronen van de brandtrappen langs de bakstenen muren.
Door dat gestaar
en dat oogverblindende raak ik mijn gevoel voor proportie kwijt. Afstanden gaan
iets anders betekenen; de stadse beleving krijgt een extra dimensie, de hoogte
in. Dat is een waanzinnig gevoel, maar ook een beetje vreemd. Het trekt aan en
het stoot af; het nodigt je uit en vernedert je – tegelijkertijd.
Hoe ga ik om met
die letterlijke uitdaging? Via de vaak verfoeide Airbnb heb ik een
appartementje gehuurd in Jersey City, aan de andere kant van de Hudson rivier,
in een torenflat op de 15de verdieping (van de 49 verdiepingen). Een
buurstaat, lagere huren, maar met het pontje of de metro ben ik in 10 respectievelijk
5 minuten in het nieuwe World Trade Center.
Ik wilde dat
flatje graag hebben omdat je een spectaculair uitzicht hebt op Lower Manhattan,
en nu ik mijn nieuwe benen verschillende malen moegelopen heb in Manhattan
zelf, snap ik steeds beter waarom ik dat uitzicht zo spectaculair vind. De
krabbers van het Financial District laten hun ware gezicht zien – dat van een reeks
narcistische spiegels die alles wat langskomt uitvergroten, vermenigvuldigen en
vervormen: het water van de rivier, de vogels, de boten, de maan, en niet in de
laatste plaats de opkomende en ondergaande zon. Het is werkelijkheid en zinsbegoocheling
ineen, en wie wil daar nou niet deel aan hebben? Maar ik kan die
zinsbegoocheling van een afstandje bekijken, in één oogopslag vatten, alsof ik
er zelf geen deel van uit maak en niet zelf in die enorme narcistische spiegel
kijk. Fijne illusie.
Uit mijn condo |
Vanaf de oever tussen het metrostation en "thuis" |
Reacties
Een reactie posten